STCW Training News
In STCW Training News Update nr. 12: Bemanning a/b zeeschip op binnenwater
Juli 2024
Bemanning a/b zeeschip op binnenwater langer dan bij een transit
Recentelijk hebben wij meerdere meldingen ontvangen van reders over onduidelijkheid bij handhavers omtrent de vereiste documenten voor een schipper of kapitein wanneer een zeeschip op binnenwateren vaart voor een langere periode dan een transit tussen haven en zee. Deze onduidelijkheid kan leiden tot tijdelijke of langdurige stillegging van werkzaamheden, wat voor de reder, schipper/kapitein en opdrachtgever tot veel frustratie kan leiden en wat uiteindelijk ook geld kost. Hoewel de wet hier duidelijk over is, is dit niet algemeen bekend. Wij informeren hierbij graag hoe het zit.
Artikel 5.10 van de Binnenvaartregeling verwijst naar Artikel 19.07 van het Reglement betreffende het scheepvaartpersoneel op de Rijn (RSP). Op basis van wat in dit artikel staat, kom je tot het onderstaande.
Op de Nederlandse binnenwateren mag met een zeeschip gevaren worden met:
- een volledige binnenvaartbemanning
OF - een volledige zeevaartbemanning volgens het bemanningsplan van het betreffende schip, onder de volgende voorwaarden:
- dat het aantal bemanningsleden ten minste overeenkomt met dat van de minimumbemanning zoals voorgeschreven voor exploitatiewijze B op de binnenwateren
- dat zich aan boord minimaal één persoon bevindt met het kwalificatiecertificaat schipper of een gelijkwaardig vaarbewijs voor binnenwateren. Dit hoeft niet de kapitein te zijn.
Noot: wanneer met een zeevaartbemanning langer dan 14 uur gevaren wordt, moet er een tweede persoon aan boord zijn met de vereiste binnenvaartpapieren (kwalificatiecertificaat schipper/groot vaarbewijs).
Wat betreft de registratie van rusttijden mag een zeeschip tijdens reizen op binnenwater dit via de eigen rusturenformulieren blijven doen. De hoofdregel is dat elk schip op binnenwateren een vaartijdenboek heeft, maar een zeeschip mag op basis van artikel 19.07 RSP ook de eigen formulieren blijven gebruiken.